Verslag activiteiten 2016
Vrienden Doofblinden noord Nederland
21 mei, Orvelte.
Op een prachtige, zonnige dag in mei kwamen meer dan 30 deelnemers, cliënten, mantelzorgers, begeleiders, bij elkaar in het museumdorp Orvelte. Gelukkig konden de oudere cliënten bij de deur van het restaurant afgezet worden want de keitjes waren wel mooi maar liepen wat onhandig voor wie niet zo goed ter been was. Na de koffie met gebak en de kennismaking was er gelegenheid het dorp te bezoeken, winkeltjes in te gaan of met de paardentram een rit te maken. Om 13.00 uur stond in de Schapendrift de lunch klaar. Daar en buiten op het terras werd er zoals altijd veel met elkaar, soms met hulp van een begeleider gesproken en informatie uitgewisseld. Rond 15.30 uur vertrok men weer met taxi of ander vervoer, de oudste van 99 en de jongste van 54 jaar.
Opmerking van een nieuwe deelnemer: ‘dit heb ik al die lange jaren moeten missen: mensen die me begrijpen, mensen die weten wat ik voel en bedoel. Ik ben heel lang niet zo ontspannen geweest.’
24 juni; de bomen, het bos en het zien.
Als je zelfs de bomen niet meer kan zien of meent dat een boom een toevallige voorbijganger is die je moet groeten, dan zie je het bos zeker niet en ben je blind of slechtziend. Wat doe je dan in vredesnaam toch in dat bos, in de natuur? Het eenvoudige antwoord luidt: dan ga je opnieuw met boswachter Kees van Son mee als die zijn jaarlijkse wandeling in zijn natuurgebied rond de Drentse A voor blinden, slechtzienden en mensen die beperkt zijn in horen plus zien organiseert.
Op 24 juni was het weer zover. Een groep van ongeveer 25 deelnemers en begeleiders, verzamelden zich op de Brink in Zeegse. Dat er helemaal geen Brink met die naam daar bestaat bleek geen belemmering voor de Friezen, Drenten en Groningers die onder leiding van San, geassisteerd door Ankie en Rini op pad gingen. Dit jaar waren de Zeegse duinen aan de beurt. Een rondgang om het Siepelveen waar de boswachter blinden en slechtzienden verleidde het water te betreden en zelf het voorbeeld gaf. Met visueel beperkten op pad in de natuur betekent voelen en ruiken. Zelfs als je daarnaast ook slecht hoort zijn die zintuigen nog in orde. Er werd dus links en rechts gevoeld en geroken. Gagel, dat kruidig ruikt en de jeneverbes waarvan er zo weinig over zijn en waar men ook in dit gebied alle aandacht aan geeft. Kees vertelde over het zandblauwtje in het blauwgras dat wel aardig lijkt maar hier weg moet om de dynamiek van de stuifduin terug te krijgen. We luisterden met ontzag over de grootste jeneverbesstruik van Europa die toch maar mooi hier te vinden is. We kropen onder de enorme takken van een beuk die voor een deel onder het stuifduin verborgen ligt. Grassoorten werden door de kenners benoemd en besnuffeld en de dop, struik en kraaiheide werd gekneusd en onder de neuzen geduwd. Dat de hanen van de kraaiheide zo mooi gaan kraaien, wist de boswachter de naam te verklaren en soms zijn duimverhalen mooier dan de waarheid.
Aan het einde van de tocht was er koffie en koek op een terras en werden nog wat bladeren met nerven verklaard maar toen was de geest wel vol van alle verhalen.
Wie was er zo gek om blinden en slechtzienden de natuur in te slepen? Gelukkig zijn er mensen zoals Kees en met hem en zijn humor en enthousiasme zijn collega’s Ankie en Rini. Een voorbeeld dat navolging verdient!
Jan de Kort